Dubbel

‘Ik heb een tweede koffiepannetje gekocht.’
‘Proficiat!’
‘Ja, identiek aan het andere.’
‘Ja, als het oude stuk is moet je een nieuw kopen als je de toekomst wilt lezen, monsieur Qu’bah.’
‘Het is niet stuk.’
‘Hoezo?’
‘Ik heb een reservepannetje gekocht.’
‘Maar je hebt er toch maar één nodig? Die dingen die je bij mijn neef in Brussel koopt, gaan levenslang mee. Onverwoestbaar.’
‘Ja, maar je weet nooit.’
‘U had het nochtans in uw drab kunnen lezen.’
‘Hoezo?’
‘Of uw pannetje kapot zou gaan of niet.’
‘Tja, ik heb nu twee pannetjes.’
‘Maar waarom?’
‘Ik las dat het raadzaam is sommige voorwerpen dubbel te bezitten.’

‘Aha, u las het.’
‘De Spaanse jezuïet Gracián schreef het al in zijn Handorakel en kunst van de voorzichtigheid: “Dubbel bezitten wat noodzakelijk voor ons leven is… Wij dienen niet van één mens af te hangen of van één hulpbron… Laat een van uw eerste leefregels zijn alle middelen tot het verwerven van baat en comfort dubbel te bezitten. Zoals de natuur ons de meest belangrijke en kwetsbare ledematen dubbel schonk, zo dient uw verstand de voorwaarden van uw geluk te verdubbelen.”’
‘We hadden Spanje toch beter helemaal veroverd.’
‘Wat zegt u?’
‘Dat we Spanje… U heeft twee oren, monsieur Qu’bah.’
‘En één neus.’
‘En twee benen.’
‘En twee armen.’
‘Paul had er acht.’
‘U zegt?’
‘Dat Paul acht armen had.’
‘Is dit een Arabisch raadsel?’
‘Nee, geschiedenis.’
‘Geschiedenis?’
‘Ja, Paul de octopus die tijdens het WK voetbal in Zuid-Afrika bekend werd door zijn voorspellingen voor die Manschaft.’
‘Een octopus?’
‘Ja, hij voorspelde zeven wedstrijden voor Duitsland correct, ook de finale Nederland Spanje had hij juist.’
‘Maar…’
‘Hij was trouwens niet het enige dier dat voorspellingen deed; er waren Guinese biggetjes, konijnen, een hond, een ezel…’
‘Door koffie te lezen.’
‘Paul de octopus las in geen geval koffie.’
‘Hoe voorspelde hij dan?’
‘ Er werden twee bakken met mosselen in zijn aquarium neergelaten. Op elke bak stond de vlag van het land dat tegen Duitsland moest voetballen. De bak die hij het eerst opende ging winnen.’
‘Ja, zeg.’
‘Paul werd ereburger in een dorp in Galicië.’
‘Waar ze alle dagen octopussen eten!’
‘Ja.’
‘Maar het was een Duitse inktvis?’
‘Hij werd geboren in het graafschap Dorset.’
‘Hij was dus een Brit.’
‘Ja, maar hij verhuisde naar Oberhausen.’
‘Dus was hij voor Duitsland?’
‘Ja, op het EK van 2008 voorspelde hij Duitsland als winnaar tegen Spanje in de finale.’
‘Deed hij ook de Champions League?’
‘Nee.’
‘Ah.’
‘Hij kreeg ook dreigmails toen Duitsland verloor van Spanje tijdens de halve finale. Hij had het nochtans voorspeld dat ze eruit gingen vliegen. En toen verschenen op de voorpagina’s van de Duitse kranten recepten met inktvis.’
‘Ik sta versteld van uw nutteloze kennis.’
‘Monsieur Qu’bah, Mahmoud Ahmadinejad was niet de enige die in Paul de Octopus een symbool van decadentie en verval van de vijanden van Iran zag.’
‘Een octopus?’
‘Those who believe in this type of thing cannot be the leaders of the global nations that aspire, like Iran, to human perfection, basing themselves in the love of all sacred values, aldus de oud-president van Iran.’
‘Kent u eigenlijk een Arabisch raadseltje?’
‘Of ik wat ken, monsieur Qu’bah?’
‘Of u een Arabisch raadseltjes kent?’
‘Een Arabische sjeik heeft twee zonen. Om te bepalen wie van de twee de erfenis krijgt wil hij ze een kamelenrace laten houden naar de dichtstbijzijnde stad. Degene wiens kameel het laatst arriveert krijgt de erfenis. De broers zwerven lang en doelloos rond en vragen uiteindelijk een oude wijze man om raad. Na zijn advies springen ze op een kameel en racen zo snel mogelijk naar de stad. Wat was de raad van de wijze man?’
‘Euh, even denken, dus om het traagst racen, ik denk… misschien, nee… pfff, was Paul de achtarm nu maar nog onder ons!’
‘U weet het niet?’
‘Dat ze de erfenis moeten delen?’
‘Zoals jullie alles delen in België; kom, wees niet naïef, monsieur Qu’bah!’
‘Euh.’
‘Denk aan uw pannetjes.’
‘Mijn pannetjes?’
‘Ja, wat gaat u ermee doen. Ze zijn identiek dus u gaat ze…’
‘Gebruiken?’
‘Nee.’
‘U gaat ze… verwisselen natuurlijk!’
‘Ja.’
‘Zoals de wijze man de broers aanraadde om van kameel te wisselen. Wie dan het eerste in de stad arriveerde had ervoor gezorgd dat zijn kameel het laatste aankwam en stak zo de erfenis op zak.
‘Aha.’
‘Wat zou je jezuïetje daar op te zeggen hebben.’
‘Dat je niet direct het achterste van je tong moet laten zien. “Je moet je uitlaten alsof je een testament schrijft: hoe minder woorden, hoe minder twist… Er is altijd nog tijd een woord toe te voegen, nooit om er een ongedaan te maken… Wie veel loslaat, wordt snel overwonnen en doorzien.”’