Twee gedichten: Ruth Lasters

Ruth Lasters (1979) studeerde Romaanse Talen in Brussel en leeft, schrijft en werkt momenteel in Antwerpen.

Met haar roman Poolijs won ze de debuutprijs 2007 en haar dichtbundel Vouwplannen werd bekroond met de prijs van het Liegend Konijn 2009. In 2010 verscheen haar tweede roman Feestelijk zweet. Momenteel werkt ze enthousiast aan een nieuwe dichtbundel en novelle. Haar werkbelevenissen schrijft ze van zich af in haar tweewekelijkse column die verschijnt in Jobat.

*

Kuip

Ik tilde mijn oude minnaars in bad, ik wilde
de verzameling zien van wat, wie ik had

liefgehad, meest of
minder, misschien of stellig, onvoorwaardelijk of
indien-als. In een kuip als een galjoenboot lang

het synchroon
wassen van elkaars rug, met elk een stuk zeep
blauwdooraderd, waarna zij met schouders tot bloedenstoe

opengeschrobd wegstappend. Behalve één, jij, waar ik me
benen rond romp achterhaakte, om samen, dwars
door de ander heen

het onverdraaglijk afkoelen van het water
af te wachten.

Maïs

Soms richt ik mijn ontgoochelingen af als logge,
dolle honden. In hoge maïsvelden liefst,

zoveel geritsel dat je desillusies er wel uit je hoofd
lijken te lopen, voor je uit. Ik roep ze op in al hun pijnlijke
details (Breng terug! Rechtop!) en laat ze daarna

Los! Af! Liggen! , waarna ik me uitstrek tussen stengels,
afgebroken kolven, me afvragend welke gedachten ik
in plaats van die teleurstellingen indien

alles me steeds voor de wind gegaan was: mogelijk
geen. Benauwend toch! Alsof je kamers uit je
ouderlijke huis wegdacht, je ontelbaar-vaak-er-

volstrekt-zomaar-binnen-zijn-gegaan
incluis.