Berlijn VII

Berlijn is een lelijke stad met fraaie resten. Dat noteerde Jaap Harten in Het verwoeste Berlijn, over een verpleegster die na het bombardement in het Volkspark op een granaat trapt die een deserterende soldaat had achtergelaten. De restanten van de vrouw zijn onherkenbaar, alleen haar horloge ligt ongeschonden in het gras. In de cult-roman De getatoeëerde Lorelei noemt de Haagse dichter Harten de stad ‘een puinlandschap onder rookzwammen’. Dat bleef er van over na de oorlog.
Ook Frans Kellendonk komt voorbij in het boek Iedereen is op weg naar de Brandenburger Tor van de vrolijke wetenschapper Jan Konst aan de Freie Universität. Een mooie gids met citaten van Nederlandse en Vlaamse schrijvers over Berlijn. Eerder beschreef ik hoe Herman Heijermans in een fragment als een Gunther Wallraff avant la lettre undercover ging in 1908 in een armenhuis in het straatarme Prenzlauerberg. Hij schreef er woedend over, vol afschuw. Tijd voor het tweede deel van het boek, na de oorlog en de herrijzenis van de muur.
‘Bewezen is dat een stad, als een lintworm, gerust in twee moten kan worden gehakt. Wat historisch half is blijkt in het platte vlak van het heden een compleet organisme. De Berlijnse Muur, die historisch een litteken is, wildvlees, is langzamerhand geworden tot een natuurlijk barrière, evenzeer een feit als de rivieren die Minneapolis van St. Paul, Dordrecht van Zwijndrecht scheiden. Aan de ene kant ligt een glas-en-betonstad zonder centrum, zoals er op het Noordamerikaanse continent honderden zijn; aan de andere kant een schilderachtige Middeneuropese puinhoop. En precies in het midden een taxfree shop.’
Kellendonk, die bovenstaande alinea schreef in de reportage ‘Langs de muur’, verbleef in een andere residentie dan de daad en wel die van de Akademie der Künste. Opstaphalte voor die residenten is het romantische stationnetje Bellevue. De S-Bahn is in de tijd van Kellendonks bezoek (1984) op sterven na dood, in handen van de Oost-Duitsers. West-Duitsers kopen er geen kaartjes voor, daar kopen die Ossies toch alleen maar prikkeldraad van (wat dan weer door de West-Duitsers wordt geëxporteerd, weet Kellendonk). Typisch is hoe hij de norse loketbeambte beschrijft die hem eerst een kaartje verkoopt om dan als de trein is gearriveerd en weer wil vertrekken door een zender ‘zurückbleiben!’ commandeert.
'Zurückbleiben!' - het klinkt nog steeds in de S-Bahn iedere halte, het is het Duitse woord dat ik misschien wel het vaakst heb gehoord, meestal uitgesproken met de kiezen op elkaar: zrckblbn! In the beginning was the word and the word was zurückbleiben. Ik kreeg de neiging om een keer terug in Nederland het zomaar tussen wat gedichten door te laten klinken. Kellendonk verstaat er iets anders in: ‘Ga weg achter mij, Satan!’
Kellendonk beschrijft een andere ruïne: de Anhalter Bahnhof, een stapel roodbruine bakstenen van het station waarvanuit de Joden in de oorlog gedeporteerd zijn. In de straat erachter is in Kellendonks tijd Strapsharry’s Autodrom gevestigd, een terrein waar je zonder rijbewijs voor 20 mark per uur in een auto kan crossen, tussen dijken van oude autobanden door. Het wordt beheerd door de travestiet Strapsharry, ‘de weeromstuit van Marlene Dietrich’, die met een act in diverse nachtclubs optreed waarvan hij ook al eigenaar is. Pal onder de Autodrom zijn nog steeds de folterkamers van de Gestapo. En er stond het Hotel Prinz Albrecht, waar Himmler de concentratiekampen ontwierp.
Er is niets van over, de Autodrom, de beheerder is alleen nog maar een illuster personage in een verhaal van Kellendonk. Op de Nollendorfstrasse wijst Kellendonks personage hem het voormalige huis van Christoph Isherwood aan, op nummer 17. Ook David Bowie en Iggy Pop woonden er samen. Nu, in 2013, woont er Rosemarie Still, de legendarische en gestrenge Duitse vertaler van Faverey, Lucebert, Kouwenaar en Claus, die de Berlijnse notities van Nooteboom vertaalde direct nadat hij ze schreef als gast van de daad. Het is niet verwonderlijk dat Duitsland voor de eenwording een Nederlander uitkoos hun journaal te schrijven. De hereniging van een Midden-Europese grootmacht kan maar beter door een buitenstaander bezongen.
En ook daarvan een fragment in het boek van Jan Konst, het titelfragment. Nootebooms notities lezen alsof je naar een oud polygoon journaal luistert: een onderkoelde stem die vooral tot emotie oproept. Dat uit zich in zinnen als ‘nu zijn ze hier en ze hebben hun leiders thuisgelaten’. Evenmin als gisteren is er iets te lezen in de gezichten van de douaniers, schrijft Nooteboom. Hij ziet jongens, dansend in de waterstralen van de grenspolitie op de muur, ‘een levend standbeeld in een aura van wit verlicht schuim’. De taxichauffeur die Nooteboom er heen rijdt, zet de meter af.
Is er nog een muur? Ja, maar een andere. In zekere zin herken je de muren rond de voormalige steden die samen Berlijn vormen. In Estland werd het geld van de Europese Unie gebruikt om in het hele land, ook in de bossen, hoogwaardig en gratis internet te brengen. In Estland werd skype uitgevonden, het gratis communicatiemiddel. Volgens dichter Katlin Kaldmaa, tevens voorzitter van de Estlandse schrijversvakbond en vaak onderweg, is skype de grote vredesstichter van de aarde die zorgt dat vele koppels op afstand bij elkaar blijven. Berlijn heeft iets heel anders met het geld gedaan. De U-bahn en de S-Bahn werden aan elkaar geknoopt en Berlijn werd omsingeld door een handige Ringbahn. Al moet je nog steeds op plekken de stations van de U uit om hetzelfde station van S te vinden. En de internetverbinding sucks in heel Berlijn. Wil je een bestand verzenden, dan neem je beter eerst de trein naar Hamburg, of een andere beschaafde stad.
Oscar van den Boogaard, daad-gast in 2003, heeft aanpassingsproblemen. Tegen De Morgen zei hij later: ‘Het liep niet zo vloeiend in het begin.’ En dat lag aan de Duitsers. ‘Ik wil het hier prettig hebben, dus als ik lach, moeten jullie teruglachen.’ Dat doen ze niet en daar ontstaat discussie over. Later leert Van den Boogaard dat je ook zelf kortaf kan zijn en niet altijd aardig hoeft te doen. Hij is er blijven wonen, zoals vele daad-gasten. Toch bundelt Konst met reden Van den Boogaards eerste ontmoetingen, uit Inspiration point:
‘Ik ben te ver gegaan, ik word in het nauw gedreven in de Mommenstrasse door een dikke Mercedes, de chauffeur scheldt me uit door zijn raampje, omdat hij er niet langs kan, ik kan niet opzij omdat er aan twee kanten bumper aan bumper auto’s staan geparkeerd, de man in de Mercedes blijft toeteren, hij raakt met zijn bumper bijna mijn spatbord, ik stap af, hij raakt mijn spatbord, toetert, ik roep: nazi!
Het moet er één keer van komen.
Het lag al een tijdje op de punt van mijn tong.
Ik dacht dat het daar op het puntje zou blijven.
Maar het laat los.
Nazi!
Ik zeg het nogal hard.
Misschien heb ik het geroepen.
De mensen van het terras van restaurant de Einhorn waar ik iedere middag lunch, kijken op.
Dat woord nazi weergalmt tussen de gevels van de Mommenstrasse en vermengt zich met de weeïge lucht van de lindebomen.
Nazi!
Omdat ik in het nauw gedreven ben.
Omdat ik geen claxon heb op mijn fiets.
Omdat mijn fiets geen dikke Mercedes is.
Omdat ik me bedreigd voel.
Nazi!
Ik zei het maar één keer maar intussen blijft het weerklinken.
In mij, in hem.
Het is stil.
Ik fiets naar hem toe en zeg dat het me spijt, maar ik kijk in zijn kille ontevreden gezicht, en ik denk, nee, het spijt me niet, en ik herhaal: het spijt me heel erg.’
Op 15 augustus 2012 til ik Leon Lucas Lindner voorzichtig uit de auto in een maxicosi, hij is dan een paar uur oud, onder constant getoeter van het busje pal achter me, waarvan de bestuurder het raampje heeft opengedraaid en er uithangt en roept ‘Ich muss vorbeigehen!’
Literatuur beschrijft niet of het ergens goed toeven is of niet. Literatuur is geen reisgids. In de Braziliaanse brieven beschrijft August Willemsen gepassioneerd de misstanden en de bureaucratie en de onmogelijkheid om in São Paulo aan een huurwoning te komen, woedend en liefdevol, gedreven op een cocktail van simultane heimwee en fernwee. Het is een van de mooiste boeken die ik ken. De bestemmer van zijn brieven kan niet anders dan een dierbare vriend zijn die hij precies wil uitleggen wat er met hem daar gebeurt. Op zekere wijze is de keuze van Jan Konst eraan verwant. Men wil naar Berlijn, om zich ongemakkelijk te voelen.
___________________________________
(foto: Bosz de Kler)
Erik Lindner verbleef in 2012 in Berlijn als stipendiaat van het Berliner Künstlerprogramm van de Deutsch Akademischer Austauschdienst (D.A.A.D.) Hij hield er voordrachten, werkte aan zijn eerste roman en leerde de stad van binnen uit kennen. In deze rubriek noteert hij zijn indrukken van de nieuwe Duitse hoofdstad. Dit was de laatste column over Berlijn.
Alle columns in deze reeks: Berlijn I, Berlijn II, Berlijn III, Berlijn IV, Berlijn V, Berlijn VI, Berlijn VII, Berlijn VIII, Berlijn IX, Berlijn X, Berlijn XI, Berlijn XII.
Archief
- Februari 2006
- Augustus 2009
- September 2010
- Oktober 2010
- November 2010
- December 2010
- Januari 2011
- Februari 2011
- Maart 2011
- April 2011
- Mei 2011
- Juni 2011
- Juli 2011
- Augustus 2011
- September 2011
- Oktober 2011
- November 2011
- December 2011
- Januari 2012
- Februari 2012
- Maart 2012
- April 2012
- Mei 2012
- Juni 2012
- Juli 2012
- Augustus 2012
- September 2012
- Oktober 2012
- November 2012
- December 2012
- Januari 2013
- Februari 2013
- Maart 2013
- April 2013
- Mei 2013
- Juni 2013
- Juli 2013
- Augustus 2013
- September 2013
- Oktober 2013
- November 2013
- December 2013
- Januari 2014
- Februari 2014
- Maart 2014
- April 2014
- Mei 2014
- Juni 2014
- Juli 2014
- Augustus 2014
- September 2014
- Oktober 2014
- November 2014
- December 2014
- Januari 2015
- Februari 2015
- Maart 2015
- April 2015
- Mei 2015
- Juni 2015
- Juli 2015
- Augustus 2015
- September 2015
- Oktober 2015
- November 2015
- December 2015
- Januari 2016
- Februari 2016
- Maart 2016
- April 2016
- Mei 2016
- Juni 2016
- Juli 2016
- Augustus 2016
- September 2016
- Oktober 2016
- November 2016
- December 2016
- Januari 2017
- Februari 2017
- Maart 2017
- April 2017
- Mei 2017
- Juni 2017
- Juli 2017
- Augustus 2017
- September 2017
- Oktober 2017
- November 2017
- December 2017
- Januari 2018
- Februari 2018
- Maart 2018
- April 2018
- Mei 2018
- Juni 2018
- Juli 2018
- Augustus 2018
- September 2018
- Oktober 2018
- November 2018
- December 2018
- Januari 2019
- Februari 2019
- Maart 2019
- April 2019
- Mei 2019
- Juni 2019
- Juli 2019
- Augustus 2019
- September 2019
- Oktober 2019
- November 2019
- December 2019
- Januari 2020
Geen reacties