Twee gedichten: Willem Thies

Willem Thies (1973) was medeoprichter van het literaire punkrocktijdschrift Zeroxat. In 2006 debuteerde hij met de dichtbundel Toendra, die is bekroond met de C. Buddingh’-prijs. In 2008 volgde zijn tweede bundel, Na de vlakte, genomineerd voor de J.C. Bloemprijs, en in 2012 Twee vogels één kogel. Vorig jaar verscheen zijn vierde bundel: Meer mensen dan reddingsvesten. Vandaag brengen we twee gedichten van Thies.

*

Altijd denk je   aan de vriend   die zou sterven   die stierf
nog één maal   wilde hij een glas   heffen    een heildronk
stommelend   op de drempel   de hand al zwak de wijn zwaar
resoluut     gebiedend de vinger     :opnieuw
nerveus had je de kelk   niet de steel   omvat   kristal
vooral het laatste kristal   moet klinken   moet zingen
je stramme vingers     verschoven     omklemden zacht
de steel      een kalme      kalmerende      glimlach
het is goed     het zong     ijl  helder  hoog     het zong

Brief

Lieve Broer, beste vriend, ik verdraag dit leven niet,
en er is geen ander. Soms wekt mij het geluid van alarmbellen
van een spoorwegovergang in mijn hoofd. Een geluid
dat nooit dooft. Mijn vervallen nekwervels seinen pijn
tot in de uiteinden van de vingers van mijn rechterhand.
Neem mijn boeken (veel van Reve) en mijn fiets.
Ik wil alleen maar zitten naast een oceaan
onder een wirwar van sterren terwijl kolossale
vrachtschepen voorbijvaren.
Ik wil zitten zonder ribben, zenuwen en kraakbeen
zonder dit lichaam van mij, te ruim
en vijandig, dit lichaam dat mij belaagt.