Deze week gelezen: McCullers, Woolf, Cusk

Carson McCullers, Virginia Woolf, Rachel Cusk: de redactie las deze week een subtiele, opvallend actuele roman, een essay over vrouwen en fictie en een treffend en pijnlijk essayboek over het eerste jaar ouderschap.

*

Jan van Mersbergen: Carson McCullers, Het hart is een havik

De vertaling uit 1960 door W.F.H. ten Bruggen van The Heart is a Lonely Hunter van Carson McCullers is nog heel goed te lezen, bovendien is het oude lettertype van mijn hardcover prettig. Het is een subtiele politieke roman die in de huidige tijd opvallend actueel aandoet. Rassenproblematiek, een vakbondsman met opruiende ideeën, ongelijkheid, genderneutraliteit, alcoholisme, al deze thema’s komen in de roman uit 1940 aan bod, bij verschillende personages die netjes om beurten gevolgd worden, met als centraal personage de doofstomme John Singer.

In de vertelling is ruimte voor ieder personage en de andere personages veranderen in hun scènes in bijfiguren, op een slimme terloopse manier zijn ze er wel steeds, maar onnadrukkelijk. Soms wordt enkel de mondharmonica genoemd van de broer van een donker meisje, soms alleen de snor van een man die dagen achter elkaar in de kroeg zit waar een ander personage achter de toonbank staat bij het kasregister, soms alleen de kamer van de doofstomme, soms alleen mensen op een veranda. McCullers beschrijft een kleine gemeenschap in een grootse vertelling, de focus op het vijftal personages werkt zeer goed, iedere keer krijgt de lezer de kans mee te voelen, en toch geeft de roman een compleet beeld van het Amerika van vlak voor de oorlog.

Wat die doofstomme zo bijzonder maakt tussen al die uitgesproken personages: ‘Singer was altijd tegen iedereen hetzelfde.’ Dat maakt hem de spil in dit wespennest. Ook de rust die hij uitstraalt, het gebrek aan ambitie en de stilte zijn bijzonder. De man met het snorretje die het liefst de arbeiders opzet tegen hun werkgevers slenters van fabriek naar de kroeg en overal is drukte en willen mensen dingen, en dan verlangt hij ernaar even bij de doofstomme op zijn kamer te zitten. Gewoon even wat rust.

‘Met hem praten was net een spelletje,’ vond het meisje Mick, dat graag een jongen wil zijn en muziek wil spelen. ‘Alleen zat er veel meer in dan bij welk spelletje ook. Het was als met het ontdekken van iets nieuws in de muziek.’

En later, als het over het meisje, de dokter en de snor gaat: ‘Ze kwamen bij hem in de stille kamer praten – want zij hadden het gevoel dat de doofstomme altijd begreep wat zij tegen hem zeggen wilden. En misschien nog wel veel meer dan dat.’

John Singer is een van de belangrijkste authentieke Amerikaanse romanpersonages, vanwege de stilte, de rust, de gelaagdheid, de eenvoud en de reikwijdte. Alle praatzieke personages die de moderne Amerikaanse literatuur, vooral uit de steden, tot een circus van gedachten en meningen maken, zouden even bij Singer in zijn kamer moeten gaan zitten en kort iets zeggen of juist niks zeggen.

Athenaeum — Polak & Van Gennep geeft de nieuwe vertaling van Molly van Gelder uit (een fragment daarvan is te lezen op Athenaeum.nl); de oude is nog tweedehands verkrijgbaar.

Daan Stoffelsen: Virginia Woolf, Hoe lees je een boek, en Rachel Cusk, In het land van moeders

De post bracht me namens de Erven J. Bijleveld, een eigenaardig niet-modieuze uitgeverij van interessante boeken, Hoe lees je een boek? En andere essays over literatuur van Virginia Woolf, vertaald door Barbara de Lange. Een boek als dit lees je in stukjes, en mijn interesse ging uit – u begrijpt dadelijk wel waarom – naar het eennalaatste stuk, ‘Vrouwen en fictie’, waarin Woolf een beetje droog maar niet onorigineel nadenkt over hoe het toch komt dat er lange tijd zo weinig fictie van vrouwen was, en nu (1929) veel meer.
Ze zegt

  • behartenswaardige dingen (‘Het is opvallend dat de vier grote schrijfsters – Jan Austen, Emily Nrontë, Charlotte Brontë en George Eliot – geen van allen kinderen hadden en dat twee van hen nooit zijn getrouwd.’ Ze werkt dat uit, en er zit natuurlijk wat in, reden dat het de premisse is van tenminste de helft van Sheila Heti’s Moederschap, een boek dat vervelend egocentrisch is, maar dat ik volgens Miriam Rasch anders moet lezen en ik zal dus doorlezen. Hoort u nog van.),
  • betwistbare dingen (‘De roman is de kunstvorm die de minste ononderbroken concentratie vergt.’ Ik denk dat het essay en het gedicht daar ook wel voor in aanmerking komen. Ik geloof dat het de komst van zijn tweeling is, die ervoor zorgde dat Jan Wolkers geen romans, maar vooral essays ging schrijven.),
  • onbegrijpelijke dingen (‘Om te beginnen is er de technische moeilijkheid – op het eerste gezicht eenvoudig, in werkelijkheid bijna onoverkomelijk – dat de zin als vorm haar op zichzelf al niet past. De zin is door mannen gemaakt; hij is te vaag, te log, te pretentieus voor een vrouw.’ Hoe dan? Nu ja, het antwoord is dus: dan maak je maar een zin.),
  • en dingen die nog steeds, ietwat verminderd gelden (‘Dus wanneer een vrouw een roman gaat schrijven, zal ze merken dat ze de gevestigde waarden voortdurend wil veranderen – dat ze zwaarwegend wil maken wat voor een man onbeduidend is, en triviaal wat voor hem belangrijk is. Dat zal haar uiteraard op kritiek komen te staan, want de criticus van het andere geslacht zal oprecht verbaasd en verrast zijn door een poging het bestaande waardenstelsel te veranderen, en zal dat niet beschouwen als louter en alleen een ander soort visie, maar als een zwakke, triviale of sentimentele visie, omdat die anders is dan het zijne.’).

Woolf is ook hoopvol dat het speelveld gelijk getrokken gaat worden, dat activisime niet meer nodig zal zijn en dat vrije tijd zal helpen. En die hoop is denk ik voor een groot deel bewaarheid geworden. De Canadees-Britse schrijfster Rachel Cusk, die ik de afgelopen tijd heb leren kennen als een uiterst interessant auteur, beschrijft in In het land van moeders (vertaald door Karina van Santen en Martine Vosmaer) het eerste jaar van haar moederschap in thematische hoofdstukken. De terugkerende boodschap: het is verre van makkelijk, en waarom had niemand haar voorbereid? Het is dan ook makkelijk dit als gezeur af te doen, eenzijdig gezeur, maar Cusk schrijft met humor en brille, en ze verbindt haar eigen ‘triviale’ problemen met literatuur en de menselijke conditie.

Ze overtuigt, met andere woorden, dat het ouderschap inderdaad A Life’s Work is, zoals de oorspronkelijke titel luidt: het gaat om leven, maar het is ook vooral werk, een klus. De wolken zíjn niet rose, maar grijs, en soms dagenlang zwart.

In de Inleiding schrijft ze – en daarmee wordt Woolfs hoop bewaarheid – dat haar echtgenoot de zorg voor de kinderen op zich nam terwijl zij schreef. Maar tegelijk laat ze in het hoofdstuk over de zwangerschap zien dat vrouw-zijn onveranderd moeizaam kan zijn.

‘Ik verlang naar een vluchtroute, naar een in code gestelde verwijzing naar verzet. Mijn sekse is een schrale, lang geleden uitgezette, liefhebbend beklede val geworden waar ik per ongeluk in ben gelopen en waar geen uitweg meer uit is. Ik ben als het ware elektronisch geoormerkt door de zwangerschap. Mijn vrouwelijke bewegingen worden nauwlettend in de gaten gehouden.’

Even later, over communiceren met de baby: ‘Terwijl mijn buik dikker wordt, realiseer ik me dat daarmee contact maken ongeveer even zinvol is als een weiland dat contact maakt met de snelweg die er dwars doorheen wordt gelegd.’ Geweldig beeld. En: ‘Dat soort solitair, volmaakt en bizar nepmoederschap wordt niet aangeraden, merk ik, aan vrouwen die al een kind hebben, en niet alleen omdat zij minder goedgelovig zijn.’

Nepmoederschap! Of over hoe haar dochter gaat kruipen en slopen: ‘Ik raak beperkt tot één kamer, een ontwikkeling die staat voor capitulatie, een verloren slag. Terwijl mijn dochter ingewikkelder en gevaarlijker wordt, groeit mijn respect voor haar recht evenredig met de minachting van anderen.’

Treffend en pijnlijk, waar en goed gezegd, en dat een boek lang. Je hoopt dat Cusk de relatie met haar kinderen heeft kunnen oppakken na die eerste jaren in de loopgraven. Je hoopt (en weet ook wel) dat er vrouwen zijn die het beter getroffen hebben. Je hoopt ook dat De Bezige Bij gelegenheid ziet dit boek te herdrukken voor de komende Boekenweek, want dit gaat nu echt over hoe ‘moeder’ en ‘vrouw’ samenvallen en niet. Maar je weet weer: de roze wolk is voor de meeste moeders (en vaders) een droom die in het rijtje eenhoorns, de jackpot winnen en snelle gelijktijdige orgasmes slechts door penetratie past. En die dromen komen pas uit, respectievelijk, als je dochter vier wordt, jij bijna dood bent, en in de nieuwe roman van Ilja Leonard Pfeijffer. Fictie.

De Bezige Bij geeft het werk van Rachel Cusk uit. In het land van moeders is ook tweedehands amper te krijgen, maar A Life’s Work is bij de betere boekhandel te bestellen. Update 27 september 2022: In het land van moeders verschijnt eind oktober onder de titel Een levenswerk in een nieuwe editie bij De Bij.