Reproductie (III)

Feuilleton

Iedere maandag: nieuw verhalend proza van Jori Stam. Vandaag deel 3 van zijn feuilleton getiteld Reproductie.

*

Marleen overlegde in het Frans met de eigenaresse van de AirBnB waar ze sliepen, een Italiaanse vrouw van achter in de vijftig die Sylvia heette en twintig jaar geleden samen met haar man naar Normandië was geëmigreerd. Hij was vijf jaar geleden overleden, Sylvia was gebleven. De afgelopen dagen kregen Marleen en Ruben iedere ochtend naast chocoladebroodjes, goede espresso en verse pruimen uit de tuin ook advies over de omgeving, een grote kaart van het gebied op tafel opengeklapt terwijl ze alles met Google Maps deden. Parli Italiano? Si, un po. De krijtrotsen in Étretat, de militaire begraafplaats in Colleville-sur-mer, Omaha Beach, visrestaurants in Fécamp en Honfleur: Marleen luisterde, plande een route en reed hen dezelfde dag overal naartoe.

Qui, qui, sur la D33, direction á Limerville.
Marleen hing op en ging weer achter het stuur zitten. Een zucht.
En?
Er komt iemand aan.
Wie?
Een vriend van Sylvia met zijn broer. Die weten wat ze moeten doen.
Hij stelde zich Sylvia’s vriend voor, vast een grote, vriendelijke man boven de honderd kilo die de grootste tegenslag joviaal weg kan lachen. Grijze baard en blauwe tuinbroek. Iemand die iedere avond Calvados dronk na het avondeten. 
Hoe lang gaat het duren? vroeg Ruben.
Een half uur. Ze zei dat iemand bij het dier moet blijven om het te kalmeren.
Weer een zucht, langer deze keer.
Wat is er?
Wat denk je? Weet je hoeveel geld het kost om die auto te repareren? Hoe leg ik dit uit als we hem terugbrengen naar mijn moeder? En dan moeten we van jou hier ook nog eens wachten omdat het zogenaamd zo zielig is. Er worden hier om de haverklap dieren aangereden. Dat hoort er gewoon bij.
Voordat Ruben iets kon terugzeggen, werden ze allebei opgeschrikt door een harde klap tegen de bumper. De hinde gaf een teken van leven.