Hechtingen

Marieke Lucas Rijneveld over Parijs: ‘… hoe je biddend op de  / bedrand zei dat je hoopte dat de wereld net als opa zou rusten in vrede, / de wereldbol op je nachtkastje alleen uit water bestond als je er een harde / draai aan gaf, en je dacht: iedereen die nu gemene plannen heeft, verdrinkt.’

*

Hechtingen 

Weet je nog die keer dat we onze vingers tot pistool vormden, ons achter
containers verschuilden en elkaar de oorlog verklaarden tot het vuilnis
opgehaald werd, we de rook van onze wijsvingers bliezen, zeiden: vier keer
dood betekent een opdracht, en dat je dat dan deed om even later in het
kringgesprek de kogelgaten van viltstift te tonen, de overgave in je vieze
handpalmen of die keer dat je wakker werd en bang was voor de nacht die
altijd weer in je kamer inbrak om het licht te stelen, hoe je biddend op de
bedrand zei dat je hoopte dat de wereld net als opa zou rusten in vrede,
de wereldbol op je nachtkastje alleen uit water bestond als je er een harde
draai aan gaf, en je dacht: iedereen die nu gemene plannen heeft, verdrinkt.
Ze maakten je niet wakker voor de man met de mijter maar voor Parijs
waar je ooit een punaise instak om te onthouden waar mama papa vond en
jou bedachten, hoe het mis had kunnen lopen als de één met een voet over
de grens was gegaan die als hechtingen diende om de landen gezond te
houden, mama gaf je een koffiefilter gevuld met kruidnoten, kogels dacht je
nog en voelde ze van je keel naar je buik glijden, iemand zei het is oorlog, je
wijsvinger jeukte en je begreep niet waarom de bank ineens anders lag
of waarom hij je anders droeg, is dat wat de oorlog met je doet? Draagt
hij je lichaam ook anders, boven het publiek uit of ergens tussenin, laat het
je zien of verschuilen? Je zag overal bloed en mama die papa vond en dat
we niet moeten vergeten dat deze herinneringen altijd zullen blijven, opa zei
ooit dat het pas oorlog is als rampen niet meer beginnen met desnoods,
desnoods word je morgen wakker in een andere wereld net als dat jezelf
steeds een ander wordt, hoe gedachten vouwbaar zijn als handen, dat je kunt
bidden of gewoon heel hard fietsen en niet bang zijn voor de wind die toch
wel waait. Dat alle geliefdes in onszelf sneuvelen, en we daar ook geen
wapens voor nodig hebben, nee we zeggen: we moeten praten, en het
komt wel goed. Morgen bekijken we de hechtingen en hoe te genezen.