Hermans de Dwergschnauzer

Voor de gratis uitgave De onbekende Hermans liet Jente Posthuma zich inspireren door W.F. Hermans

*

Ze kochten een hond. Zij noemde hem Hermans, hij zei W.F. Hermans, zoals het hoorde. De hond luisterde vooral naar hem.
De naam W.F. Hermans vond hij op het internet, toen hij ‘1 september’ en ‘verjaardag’ googelde. Hij wilde weten welke bekende mensen op dezelfde dag jarig waren als de hond. Even overwoog hij Ruud Gullit, totdat zij zei dat er al zoveel honden Ruud Gullit heetten.
Zij kende het werk van Hermans wel, maar hield meer van Gerard Reve, alleen was die op een andere dag jarig dan de hond. Helaas. Dat woord gebruikte ze vaak: helaas.

Helaas zit mijn man de hele dag op het internet. Helaas houdt mijn man meer van zijn hond dan van mij.
Dat meen ik niet hoor, zei ze altijd, dat is ironie.
Als je het niet meent, zei hij, waarom zeg je het dan? Ironie is als een steentje in je schoen. Maar je moet niet je hele schoen vol steentjes hebben. Zoiets las hij op het internet, W.F. Hermans zei het kort voor zijn dood.
W.F. Hermans was een dwergschnauzer, zo’n keffertje. Hij was fel, maar had opvallend lieve ogen en zachte oren. Het liefst lag hij bij zijn baas op de bank en dan keek hij dankbaar omhoog als die zijn oren streelde. Wanneer zij erbij kwam zitten sprong W.F. Hermans overeind en blafte net zolang tot ze opstond en zich een eindje verder in een stoel liet zakken. Na een paar keer nam ze de moeite niet meer en liep ze meteen door naar de stoel.
Vanuit de stoel keek ze iedere avond naar een talkshow terwijl W.F. Hermans en haar man een dutje deden op de bank. Zo nu en dan praatte ze tegen de tv, meestal als ze het niet eens was met een gast. Dan werd W.F. Hermans wakker en gromde naar haar. Op een avond – ze had net iets geroepen naar een controversiële cabaretier – sprong W.F. Hermans van de bank en beet haar in haar enkel. Ze schreeuwde, haar man schrok wakker en schreeuwde ook. W.F. Hermans blafte hysterisch en hield daar pas mee op toen ze hem met een kandelaar hard op zijn kop sloeg.
De hond lag bewegingloos op het tapijt.
De talkshowhost zei dat het tijd was voor muziek.
Dit wilde ik niet, zei ze.
Hij keek naar haar roze knieën en naar de vingers om de voet van de kandelaar. Hoger wilde zijn blik niet gaan. Ze heeft nog steeds worstige vingers, dacht hij. Ze heeft altijd worstige vingers gehad.
Ik ga even wandelen, mompelde hij. Hij pakte zijn hond op en liep naar buiten.