De mooiste liefdeszin van Nederland volgens Yentl van Stokkum, uit Peter Verhelsts bundel Zon

Niet de mooiste liefdeszinnen van Nederland

Wat is de mooiste liefdeszin in het Nederlands geschreven? Een representatieve peiling wees uit: ‘Dit is het enige wat telt, lieverd, dat iemand meer in je ziet dan je wist dat er te zien was.’ Een zin van Arthur Japin, uit Een schitterend gebrek (2003). ‘Volgens de auteur is de zin wat betreft stijl niet per se bijzonder of mooi,’ tekent de NOS op. ‘Maar hij is wel kernachtig.’ Niet per se bijzonder mooi, en zoals het hoort bij dit soort lijstjes (ook Anne Frank en Hugo Claus worden genoemd) roept het vooral tegenvoorbeelden op. En de vraag of dit soort nieuwsfeitjes zijn bedacht om de Nederlandse literatuur te promoten of inderdaad al het geschrevene in het Nederlands. Bij een kookboek krijg je immers ook een Boekenweekgeschenk.

*

We namen, na een emotionele WhatsApp-correspondentie, de handschoen op, en hernemen onze rubriek ‘Zin’, waarin de redactie enkele jaren geleden met enige regelmaat mooie zinnen naar voren bracht. Dit is onze keuze.

Yentl van Stokkum:

‘ik was er zeker van / dat jij het was, dacht ik al voor ik je kon zien, ik mis je zelfs / nu je er bent’ — Peter Verhelst, Zon

Stefanie Liebreks:

‘Zita hield misschien nog veel meer van Inni. Het was alleen maar omdat Inni niet van zichzelf hield dat alles was misgegaan. Er waren natuurlijk ook mensen die beweerden dat het kwam doordat ze alle twee zulke idiote namen hadden, maar zowel Inni (Inigo, naar de beroemde Engelse architect) als Zita (de moeder van de prinses van Namibië was een aanhangster van het Huis van Habsburg) wist dat de vreemde geluiden die hun namen vormden hen uittilden boven en afzonderden van de rest van de wereld, en ze konden dan ook uren in bed doorbrengen met Inni Inni Zita Zita, en bij bijzondere gelegenheden ook met fluwelen varianten, Zinnies, Itas, Inizitas, Zinnininitas, Itizitas, koppelingen van namen en lichamen die ze op zulke momenten wel altijd hadden willen laten voortduren, maar er is nu eenmaal geen grotere vijandschap dan tussen het geheel van de tijd en elk willekeurig, afzonderlijk deel ervan, dus dat ging niet.’ — Cees Nooteboom, Rituelen (oké, dit is meer dan één zin)

Daan Stoffelsen:

‘Toen vielen ze samen peilloos diep door ’t licht en ze voelden hun lijven als zingende zonnen.’ — Nescio, Dichtertje (maar goed, dit is meer lust dan liefde, excuus)

Lotte Lentes:

‘Ik ging op het gestoffeerde bankje zitten, weer met uitzicht op zijn blote rug, en terwijl de wind over het dek blies dacht ik aan de wonderlijke afwisseling van betovering en ontnuchtering die in alle menselijke relaties voorbijtrekt, soms als een dreigende, donkere wolkenmassa en soms als niet meer dan een verre, raadselachtige sluier die een poosje voor de zon schuift en dan even achteloos overwaait.’ — Rachel Cusk, Contouren (vertaling Caroline Meijer & Lette Vos, we gaan hier de grens over, excuus)