Reproductie (V)

Feuilleton

Iedere maandag: nieuw verhalend proza van Jori Stam. Vandaag deel 5 van zijn feuilleton getiteld Reproductie.

*

Rustig maar, rustig maar.

            Het was niet om aan te zien, dit stervende dier. De hinde staarde met wijdgesperde ogen naar Ruben en rochelde tijdens het in- en uitademen. Toen rolden haar ogen naar achter als van een pop. Je kunt een stervend, wild dier niet kalmeren, besefte Ruben: zijn aanraking en aanwezigheid maakten haar waarschijnlijk alleen maar angstiger. Het frustreerde hem dat de hinde zijn gefluisterde woorden niet begreep, en dat hij niet durfde om te doen wat nu nodig was, de handeling die het dier zou verlossen. Wat als hij te weinig kracht had of het verkeerd deed? Hij voelde zich zwak dat een of andere Fransman op weg was om het klusje te klaren, een man die er niet naar omkeek om de nekken van aangereden dieren om te draaien.

Geclaxonneer, knipperend groot licht in de verte. Hij zag hoe een zwarte jeep hem met hoge snelheid naderde – Ruben wist niet of hij weg moest duiken omdat de remmen van de jeep niet meer werkten, of dat dit een test van zijn mannelijkheid was; het kostte hem al zijn wilskracht om te blijven staan totdat de jeep een paar meter voor hem eindelijk remde en aan de kant van de weg werd geparkeerd.

            Er werden handen geschud, er werden namen uitgewisseld. De man heette George en zag er heel anders uit dan Ruben zich had voorgesteld. Ouder, klein en ingedeukt.

            George hurkte voor het dier neer en aaide het over haar hals.

            C’est dommage, c’est dommage. Marc, viens me aider, s’il vous plait.

            Hij zag hoe George de vacht van de hinde streelde. Daarna legde hij een hand op de snuit en de andere tussen haar oren. Marc hurkte naast hem neer en hield het spartelende lijf van de hinde in bedwang. Net voordat hij het geluid van de knak hoorde, sloot Ruben zijn ogen.